Survival vallen – De zin en onzin van primitieve vallen (en waarom je ze wél moet leren)
Vissen blijft de makkelijkste manier om snel proteïne te krijgen. Maar wat als er geen visbaar water, verontreiniging, of extreme weersomstandigheden zijn? Dan moet je kunnen vertrouwen op een andere skill: vallen zetten.
SURVIVAL
12/3/20253 min read
In veel survivalgesprekken hoor ik hetzelfde romantische plaatje terugkomen: “Je zet een paar vallen en dan overleef je prima op wat je vangt.” Maar wie ooit echt geprobeerd heeft om met primitieve vallen vlees te bemachtigen, weet dat de werkelijkheid een stuk weerbarstiger is.
Vissen blijft de makkelijkste manier om snel proteïne te krijgen. Maar wat als er geen visbaar water, verontreiniging, of extreme weersomstandigheden zijn? Dan moet je kunnen vertrouwen op een andere skill: vallen zetten.
In dit artikel leer je:
Waarom vallen zetten essentieel is in een survival- of noodsituatie
Wat de grootste misverstanden zijn
Welke drie primitieve vallen je écht moet beheersen
Hoe primitieve vallen zich verhouden tot moderne vallen
Hoeveel vallen je in werkelijkheid nodig hebt
Waarom vallen zetten belangrijk blijft (ook als vissen geen optie is)
Waarom vallen zetten essentieel is
Vissen is in Europa vaak de meest efficiënte bron van proteïne. Maar er zijn talloze scenario’s waarin vissen onmogelijk of onbetrouwbaar wordt. Denk aan:
vervuild oppervlaktewater
bevroren of overstroomde gebieden
simpelweg: geen water in de buurt
In dat soort omstandigheden is kennis van vallen niet optioneel, maar noodzakelijk. Het geeft je een manier om vlees te bemachtigen wanneer je geen hengel kunt gebruiken – én het houdt je voedselvoorraad veilig van plaagdieren zoals muizen en ratten.
De grootste mythe: één val is genoeg
In televisieprogramma’s zie je het vaak: iemand bouwt één ingenieuze val, zet ’m vol trots neer, en loopt er de rest van de week elke dag hoopvol naartoe. Spoiler: meestal zit er niks in. Dat komt omdat vallen zetten een numbers game is. Hoe primitiever de val, hoe kleiner de kans dat hij succesvol afgaat. Wil je écht overlevingskansen vergroten? Dan moet je veel vallen zetten – niet één. En dat begint bij begrijpen wat realistisch is.
Primitieve vallen vs moderne vallen: het echte verhaal
Er bestaan talloze primitieve vallen, in allerlei vormen en moeilijkheidsgraden. Het bouwen ervan is een fantastische skill (en een leuke hobby), maar laten we eerlijk zijn: hun effectiviteit haalt het niet bij moderne metalen vallen.
Moderne vallen:
zijn goedkoop (muizenvallen vanaf €1)
zijn eenvoudig te plaatsen
hebben een succespercentage van bijna 100%
gaan jarenlang mee
Primitieve vallen (zoals deadfalls) daarentegen:
vereisen kennis, finesse en ervaring
zijn gevoelig voor weersomstandigheden
hebben een lagere kans dat het dier de val goed activeert
Dat betekent niet dat primitieve vallen nutteloos zijn. Integendeel — de kennis weegt niets, je kunt het overal oefenen, en in een noodsituatie is elk vangstmoment winst. Maar realistische verwachtingen zijn cruciaal.
Op welk wild richt je je eigenlijk in een crisis?
Veel mensen dromen onbewust van het vangen van een hert of wild zwijn. Maar Nederland heeft simpelweg niet genoeg grofwild om de bevolking te voeden. In een echte overlevingssituatie richt je je op kleinwild, zoals konijnen, hazen, ratten, muskusratten, bevers, vogels en muizen.
Kortom, grofwild is leuk als bonus, maar niet als strategie.
Drie primitieve vallen die je wél moet leren
Er zijn drie vallen die je in 99% van de situaties kunt gebruiken. Ze zijn relatief simpel te leren en overal toe te passen:
De Strik: ideaal voor konijn en haas. Gemaakt van licht materiaal, makkelijk mee te nemen.
De Deadfall: effectief voor kleine knaagdieren. Vraagt wat oefening, maar werkt goed als je 'm eenmaal beheerst.
De Life Trap: vangt dieren - zoals de naam al doet vermoeden - levend. Handig voor vogels en kleiner wild.
Deze vallen kun je makkelijk in je tuin oefenen. Wie ze beheerst, beschikt over een skill die in elke crisis waardevol blijkt.
Hoeveel vallen heb je écht nodig om te overleven?
Hier wordt het realistisch — en soms confronterend. In een langdurige survival- of rampensituatie zou ik mikken op:
100–150 primitieve vallen, of
20–30 moderne vallen
Zelfs dan is het geen vetpot. Het kost tijd, energie en goede timing.
Ben je voortdurend onderweg (zoals in een bug-out scenario)? Dan is het bijna onmogelijk om zoveel vallen te plaatsen. In dat geval is deze strategie beperkt bruikbaar.
De verborgen waarde van vallen (buiten vlees om)
Ook als je nergens op aast, blijven vallen extreem nuttig: ze helpen je plaagdieren bestrijden die je voorraad beschadigen of ziektes verspreiden. In noodsituaties waar hygiëne wegvalt, kunnen muizen en ratten je hele voedselvoorraad aantasten — én je ziek maken. Dan is een simpele val soms letterlijk het verschil tussen blijven eten en honger. Voordelen van vallen zetten ten opzichte van actief jagen:
Ze werken voor jou, ook terwijl je slaapt of iets anders doet
Veel prooidieren zijn ’s nachts actief
Je hoeft minder energie te verspillen dan bij jagen
Je kunt materiaal overal vinden
De kennis van primitieve vallen kost geen gewicht in je backpack .
Jagen verdient een eigen artikel — dat volgt later.
Belangrijkste punten (samenvatting)
Vallen zetten is een numbers game — één val is zinloos
Richt je op kleinwild, niet op grofwild
Moderne vallen zijn effectiever, maar primitieve vallen zijn lichter en overal toepasbaar
Vallen maken kost tijd, maar ze werken passief en leveren later vaak meer op
Muis en rat horen óók op het menu in een echte survivalcontext
Conclusie
Het zetten van vallen is geen magische shortcut naar een volle maag. Het is een skill die tijd kost, realisme vraagt en vooral: hoeveelheid.
Maar wie deze vaardigheid beheerst, heeft altijd een manier om kleinwild te bemachtigen, voedsel te beschermen én mentaal grip te houden op een chaotische situatie.
Wil je straks niet pas leren hoe het moet als het al te laat is?
Oefen nu — thuis, in je tuin, met eenvoudige materialen.
Je kennis is uiteindelijk je grootste overlevingskans.
